Bij bijzondere of aanvullende eisen
Speciale uitvoeringen
Standaard worden de balancers geleverd in een gelakt stalen uitvoering. De standaard kleuren van de balancer zijn RAL 1023 (geel) en RAL 3020 (rood). Als er aanvullende eisen worden gesteld ten aanzien van hygiëne, kleurstelling of als de balancer in een ATEX zone werkzaam is kan Dalmec de uitvoering van de balancer hierop aanpassen.



RVS
De balancer kan ook geheel in RVS worden geleverd. Deze versie wordt vaak ingezet als er eisen worden gesteld ten aanzien van hygiëne in de voedingsmiddelen, farmaceutische en chemische industrie. De constructie is opgebouwd uit AISI 304 RVS, specifieke onderdelen in AISI 420/421.
ATEX
Dalmec balancers kunnen geleverd worden in explosieveilige uitvoering met een ATEX-certificaat. Hierdoor zijn de balancers geschikt voor locaties met een classificatie voor zone 1 of 2. Het certificeren van de balancer gebeurt door een gekwalificeerde engineer van een notified body, conform de ann. IX 94/9/EC-ATEX Directive. Voor meer uitleg over de ATEX-richtlijnen, verwijzen wij u graag door naar de pagina ATEX.
ATEX richtlijn
ATEX staat voor ATmospheres EXplosives. Onder een explosieve atmosfeer verstaat men: een mengsel van brandbare stoffen in de vorm van gassen, dampen, nevels en stof, onder atmosferische omstandigheden, waarin de verbranding zich na ontsteking uitbreidt tot het gehele niet verbrande mengsel. De ATEX-richtlijn is dus van toepassing op alle plaatsen waar ontploffingsgevaar kan optreden. Dit kan een gasexplosiegevaarlijke omgeving zijn, maar ook een stofexplosiegevaarlijke omgeving. De werkgever moet een explosieveiligheidsdocument opstellen, waarin o.a. een identificatie en beoordeling van de explosierisico’s zijn opgenomen.
In de richtlijn 94/9/EG (ATEX-95) is omschreven aan welke essentiële veiligheid en gezondheideisen apparaten moeten voldoen, wanneer ze gebruikt worden op plaatsen waar een explosieve atmosfeer kan voorkomen. De richtlijn is onderverdeeld in twee materieelgroepen (groep I en II). Beide groepen zijn onderverdeeld in categorieën. Deze geven weer of een apparaat inzetbaar is in een atmosfeer met gas, nevel of damp (G) of met stof (D).
Groep 1 | Mijnbouw | Groep 2 | Alle andere plaatsen | ||||||
2 | Zone 0(Gas) G | Zone 20(Stof) D | Zone 1(gas) G | Zone 21(Stof) D | Zone 2(Gas) G | Zone 22(stof) D | |
Categorie M | Categorie 1 | Categorie 2 | Categorie 3 | ||||
Hoog risico in mijnen | Minder hoog risico in mijnen | Machines met een zeer hoog beschermingsniveau | Machines met een hoog beschermingsniveau | Machines met een normaal beschermingsniveau |
Zone 1 of 21 gas of stof waarschijnlijk af en toe aanwezig (tussen 10 en 1.000 uur per jaar)
Zone 2 of 22 gas of stof indien aanwezig voor korte duur (minder dan 10 uur per jaar)
Materieelgroep II is onderverdeeld in drie gasgroepen, te weten:
- IIA oa propaan, butaan kerosine
- IIB oa ethyleen, zwavelwaterstof ethylether
- IIC oa waterstof, acetyleen, zwavelkoolstof
Er is nog geen onderverdeling voor stof. In de toekomst krijgen we te maken met een nieuwe materieelgroep, te weten materieelgroep III - IIIA stofdeeltjes met een diameter groter dan 0,5 mm
- IIIB stofdeeltjes met een diameter kleiner dan 0,5 mm
- IIIC elektrisch geleidende stoffen
Temperatuurklassen
Zodra een ontsteekbare gas- of stofwolk in aanraking komt met een voorwerp met een temperatuur die gelijk of hoger is dan de ontstekingstemperatuur, kan ontsteking plaatsvinden.
Temperatuurklasse | Maximaal toelaatbare oppervlakte temperatuur |
T1 | 450 |
T2 | 300 |
T3 | 200 |
T4 | 135 |
T5 | 100 |
T6 | 85 |
Een voorbeeld van een ATEX-markering wordt dan als volgt:
II 2 G EEx c IIA T3 | |
II | explosiegroep II, bovengronds |
2 | apparaatcategorie 2 zone 1 |
G | gas |
EEx c | beschermingswijze c, Bescherming door constructieve veiligheid |
IIA | gasgroep IIA |
T3 | temperatuurklasse T3 |

ATEX certificering door een notified body

De lastopnemer is volledig geaard

Alle bewegende onderdelen zijn onderling verbonden d.m.v. een aardedraad